Uri Avnery : Revenge of a Child
Palestine Chronicle 16-11-2002
Since last Sunday, a question has been running around in my head and troubling my sleep: What induced the young Palestinian, who broke into Kibbutz Metzer, to aim his weapon at a mother and her two little children and kill them?
In war one does not kill children. That is a fundamental human instinct, common to all peoples and all cultures. Even a Palestinian who wants to take revenge for the hundreds of children killed by the Israeli army should not take revenge on children. No moral commandment says “a child for a child”.
The persons who do these things are not known as crazy killers, blood-thirsty from birth. In almost all interviews with relatives and neighbors they are described as quite ordinary, non-violent individuals. Many of them are not religious fanatics.
Indeed, Sirkhan Sirkhan, the man who committed the deed in Metzer, belonged to Fatah, a secular movement.
These persons belong to all social classes; some come from poor families who have reached the threshold of hunger, but others come from middle class families, university students, educated people. Their genes are not different from ours.
So what makes them do these things?
What makes other Palestinians justify them?
The reason for this can be summed up in one word: rage.
Terrible rage, that fills the soul of a human being, leaving no space for anything else. Rage that dominates the person’s whole life, making life itself unimportant.
Rage that wipes out all limitations, eclipses all values, breaks the chains of family and responsibility. Rage that a person wakes up with in the morning, goes to sleep with in the evening, dreams about at night. Rage that tells a person: get up, take a weapon or an explosive belt, go to their homes and kill, kill, kill, no matter what the consequences.
An ordinary Israeli, who has never been in the Palestinian territories, cannot even imagine the reasons for this rage. Our media totally ignore the events there, or describe them in small, sweetened doses.
The average Israeli knows somehow that the Palestinians suffer (it’s their own fault, of course), but he has no idea what’s really happening there...
It doesn’t concern him, anyhow.
Onverschilligheid, dualisme en collectivisme
Commentaar Wim Duzijn 2002
In een dualistische wereld, waarin de een zichzelf goed noemt, ten koste van demonisering van de ander zijn de woordjes 'samen'en 'elkaar' onbekende gegevens.
Daarom zal een wereld die naar rust en orde streeft altijd de strijd aanbinden met dualistische politieke en religieuze systemen.
Wanneer George W. Bush als reactie op demoniseringsgedrag van extremistische christenen stelt dat Amerika een natie is die streeft naar tolerantie, dan geeft hij daarmee aan dat hij tegen het dualisme is.
Wanneer socialisten de hoop uitspreken dat er door hun toedoen een 'betere wereld' zal ontstaan, waarin het woordje samen' belangrijker is dan het woord 'ik', dan verzetten ze zich ook tegen het dualisme.
Dat is de reden waarom al vanaf de prille oudheid het denken van wijzen en filosofen gericht was op de overwinning van dat dualisme.
Het feit dat in onze moderne Westerse samenlevingen filosofische bewegingen die zich tegen het dualisme richten niet meer serieus worden genomen bewijst dat we een barbaarse wereld in stand houden, waarin alleen diegene kan overleven die de barbarij (lees: 'het recht van de sterkste') steunt.
Hoe is het mogelijk dat mensen die geen barbaar willen zijn, desondanks de barbarij steunen?
Heel simpel: door het opbouwen van een wereld waarin alles wat niet gezien mag worden onzichtbaar wordt gemaakt.
Vredesactivist Uri Avnery noemt dat het aankweken van een houding van onverschilligheid: "Ik kan er niks aan doen, ik bemoei me er verder niet mee, ik wil er ook niet over na denken - dus los alles alsjeblieft op met grof geweld - zet de barbaren op de troon en laat ze een terreursysteem opbouwen waarin wij allemaal slaven zijn die rustig kunnen leven..."
Onverschilligheid leidt altijd tot een toestand van slavernij. Daarom is de Israëlische samenleving een uiterst gevaarlijke samenleving, omdat mensen zich er willoos uitleveren aan barbaren (fanatieke, onredelijke ideologen), die op hun beurt andere mensen ertoe proberen te bewegen hetzelfde te doen.
Elke agressieve daad van extremisten lokt een agressieve daad van andere extremisten uit en het gevolg daarvan is dat de extremisten steeds sterker worden, terwijl diegenen die een intelligente wereld proberen op te bouwen steeds zwakker worden - en als gevolg daarvan door de sterken worden gemarginaliseerd.
Jodendom (de orthodoxe versie ervan, die in Israel staatsgodsdienst geworden is) en dualisme zijn altijd begrippen geweest die onafscheidelijk bij elkaar hoorden. Maar juist omdat joodse zelfkritiek niet bestond en ook streng werd bestraft (vooral na de tweede wereldoorlog) is dat vreemde, duistere verbond nooit op een duidelijke wijze door intellectuelen aan de oppervlakte gebracht.
De enige Westerse filosoof die het joods-dualistische denken op een zeer kritische wijze belichtte was Friedrich Nietzsche, maar zijn gedachtegoed - waarin de overwinning van het dualisme centraal stond (een van zijn geschriften draagt de titel Jenseits von Gut und Böse) - werd belachelijk gemaakt door de nationaal-socialisten die op het denken van een filosoof die de rancuneuze, kleinburgerlijke ressentimentsmoraal verwierp een kleinburgerlijke, racistische burgermansmoraal opbouwden, waarin de wereld werd opgedeeld in 'goede Duisters' (de geniale wereldheersers) en 'slechte anderen' (de domme slaven en bedienden).
Joodse intellectuelen (ook de seculieren onder hen) hebben het vreemde dualistische wereldbeeld van Hitler nooit gekoppeld aan het in het religieuze jodendom ingebouwde dualisme, een merkwaardige quasi-religieuze heilsleer waarin de absoluut goede joden de wereld van de als zielloos beschouwde anderen het Messiaanse licht van een nieuwe toekomst moeten schenken.
Een van de belangrijkste oorzaken is de sterke gebondenheid aan het collectivisme, dat het inhoudsloze begrip 'wij' centraal stelt. Inhoudsloos omdat het begrip 'wij' gesteld wordt tegenover ontmenselijkte anderen. Nooit: 'wij, samen met de anderen', nee: altijd 'wij, tegenover de anderen'.
Dat zou mensen te denken moeten geven.
Dualistisch collectivisme, dat een schijn van saamhorigheid in het leven wil roepen ten koste van anderen, is in feite de ontkenning van het begrip 'samen' en lokt daarom alleen maar blind geweld uit, geweld dat ontkend moet worden om het beeld van 'de goede uitverkorene' in stand te kunnen houden.
Hetgeen - vertaald in een concreet advies - betekent dat het tijd wordt dat het dualistische, onverschilligheid bevorderende wij-denken (dat ook binnen de staat Israël centraal staat) door anti-collectivisten aan de kaak wordt gesteld.