MAIMONIDES, of:
De dubbelzinnige boodschap van een Arabische jood
Commentaar van Wim Duzijn 2003
Citaat: “It is proper to serve God, blessed be He, to ascribe to Him greatness, to make known His greatness, and to fulfill His commandments. We may not do this to any lesser being, whether it be one of the angels, the stars, the celestial spheres, the elements, or anything formed from them. For all these things have predetermined natures and have no authority or control over their actions. Rather, such authority and control is God's. Similarly, it is not proper to serve them as intermediaries in order that they should bring us closer to God. Rather, to God Himself we must direct out thoughts, and abandon anything else.
This fifth foundation is based in the prohibition against idolatry about which much of the Torah deals. (Webinfo)
Maimonides zou je, gezien vanuit het gezichtspunt van de Arabische moslims, 'de ideale jood' kunnen noemen, een man die zowel jood is (vertegenwoordiger van het judaďsme) als Arabier (deel uitmakend van de Arabische cultuur), een man ook die net als de profeet Mohammed een Godsbegrip ontwikkelt dat, uitgaande van het eerste gebod dat afgodenverering verbiedt, alleen een persoonlijke verhouding van de individuele gelovige met God toestaat.
Vergeleken met Maimonides is de neo-Zionist Ariel Sharon, die van zichzelf een soort joodse superman wil maken, een sjofele collectivist, die tot weinig meer in staat is dan het belachelijk maken van alle individualistische denkers die het jodendom heeft gekend.
Maimonides is (wat zijn Godsbegrip betreft) de vleesgeworden ontkenning van het Zionisme. Hij probeert de Arabische cultuur niet te kleineren of belachelijk te maken, omdat hij deel uitmaakt van die Arabische cultuur en zich op geen enkele wijze in zijn doen en laten door die cultuur belemmerd of tegengewerkt voelt. Hij is Arabier, hij denkt in het Arabisch en hij schrijft in het Arabisch - en juist daarom is hij in staat de tegenstelling jodendom-Islam op te heffen, een tegenstelling die het Zionisme (vanwege zijn onwil Islam en Judaďsme als verwante religies te beschouwen) op een welhaast fascistische wijze probeert te verdiepen en te intensiveren.
Aiel Sharon is een neo-Zionist. De man is nooit religieus geweest (behoort in feite tot de atheďstische vleugel van het Zionisme), heeft zich ook nooit verdiept in religieuze zaken, en heeft de joden daarom weinig meer te vertellen dan de simplistische boodschap dat het als Zionist hun plicht is 'jood' te zijn.
Die sterke benadrukking van het begrip 'jood' is een vorm van afgodendienst. Sharon is niet religieus, heeft in feite God afgeschaft, en omdat het begrip jood alleen een zinvolle inhoud kan verkrijgen wanneer je dat begrip koppelt aan de geschiedenis (en die geschiedenis is God), daarom ontstaat er een situatie waarin een politiek leider van andere mensen eist dat ze een leeg inhoudsloos begrip, dat is losgekoppeld van de religie, een vergoddelijkte status moeten geven.
Het begrip 'jood verwijst niet meer naar iets anders, iets hogers, iets dat de mens in contact brengt met een geestelijke of spirituele wereld (de Hemel, de Geest, Het Zijn, etc...), nee, het verwijst naar zichzelf.
Het loutere feit dat iemand' jood' is maakt hem belangrijk, hetgeen natuurlijk een volstrekt absurde daad van Goddeloze ketterij genoemd moet worden, een totale radicale ontkenning van alles waar de Mozaďsche Wet ooit voor stond.
Judaisme wilde ooit religie zijn. Een religie die het verhaal vertelt van zoekende mensen die een plek in het leven proberen te vinden waar zij de verloren band met het Goddelijke kunnen herstellen.
Twee begrippen zijn daarbij belangrijk:
1) de pijnlijke bewustwording van eenzaamheid, verlatenheid en ballingschap, je eenzaam en alleen voelen in een wereld die als vreemd en vijandig wordt ervaren,
en 2) de mogelijkheid een plek te vinden waar de eenzaamheid zal worden opgeheven, een plaats waar de mens in direct contact kan treden met het goddelijke.
Zionisten hebben die grond- of basisproblematiek van de religieuze mens (die in alle religies terug te vinden is, omdat elke religie in diepste wezen mystiek is, een poging van de mens in direct contact te treden met verloren goddelijkheid) teruggebracht tot de wat banale tegenstelling joden versus niet-joden, waarbij de niet-joodse wereld als goddeloos wordt gezien, zodat elke jood verplicht is te verhuizen naar de staat Israël, waar hij of zij in staat is 'goddelijk’ te zijn. Israël is binnen die primitieve visie de staat van God.
Het is een uiterst banale, primitieve vertaling van de zijnsproblematiek van de mens zoals die door alle mystieke denkers in de wereld werd en wordt beschreven en als intelligent mens blijf je jezelf daarom verbazen over de onwil van geestelijke leiders deze primitieve politieke leer, die niet alleen het mystieke denken maar ook het gezonde verstand belachelijk maakt, te veroordelen.
Maimonides stelt het volgende: “Moshe (Moses) is the father of all the prophets, both those that preceded him and those who arose after him; all of them were below his level. He was the chosen one from all of Mankind, for he attained a greater knowledge of the Blessed One, more than any other man ever attained or ever will attain. For he, may he rest in peace, rose up from the level of man to the level of the angels and gained the exalted status of an angel. There did not remain any screen that he did not tear and penetrate; nothing physical held him back. He was devoid of any flaw, big or small. His powers of imagination, the senses, and the perceptions were nullified; the power of desire was separated from him leaving him with pure intellect.”
Mozes is binnen die visie een verlicht mens, in die zin dat hij in staat is zich los te maken van de dierlijke, agressieve, oorlogszuchtige impulsen die elk mens kent, zodat het hem lukt 'puur, zuiver intellect' te worden , een toestand die volgens Maimonides Mozes in staat stelde in direct contact te treden met God.
Opvallend is de sterke benadrukking van het individualisme, dat onlosmakelijk behoort bij de wereld van de religieuze mystiek, waar het aan Mozes gekoppelde Godsbegrip van Maimonides in feite naar verwijst.
Ariel Sharon (de jood zonder God) is een collectivist die via de benadrukking van het begrip 'jood' de individuele mens ontgoddelijkt en hem tot de slaaf maakt van een afgod, het ‘jood-zijn’, terwijl Maimonides de individualiteit van de mysticus benadrukt met zijn vetwijzing naar Mozes die als intellectueel (denk aan het begrip gnosis=weten dat de gnostici hanteren) een persoonlijke band met God tot stand heeft weten te brengen, een toestand van mystieke verlichting dus, die hem bevrijdt van de angst die de gemiddelde mens heeft voor het onbekende of het mysterie:
"Moshe did not tremble from the word even though it was face to face. This was due to his total attachment to the intellect..."
Het grote probleem echter waar Maimonides als bewonderaar van de individualist Mozes zich voor geplaatst ziet is de wijze waarop de gelovige mens moet omgaan met de Schrift. Hoewel hij Mozes etaleert als de ‘zuiver intellect’ geworden persoonlijkheid, die een persoonlijke band met God kan onderhouden, zonder tussenkomst van andere instanties, personen en zaken, daar eist hij van de gelovigen dat zij de Torah beschouwen als een geschrift dat Goddelijke eigenschappen bezit.
Met andere woorden: Via de heiligverklaring van de Schrift blijft de mysticus Mozes een eenzaam Idool in een wereld waarin de gelovige mens alleen via tussenkomst van de Schrift en de hoeder van die geschriften (de priester) het Goddelijke kan benaderen:
...This Torah, and no other, was transcribed from the Creator and we may not add to it or remove from it, not in the Written Torah or in the Oral Torah, as it says, "...you shall not add to it, nor diminish from it" (Devarim [Deuteronomy] 13:1). We have already fully clarified this foundation in the introduction to this work [the Commentary on the Mishnah].
De heiligverklaring van de Schrift wordt niet gezien als een vorm van idolatrie (het goddelijk verklaren van menselijke zaken) en daarom wordt iedere intellectueel die weigert de teksten letterlijk te nemen gezien als een ketter die weigert het Goddelijke gezag van de Schrift - d.i. de leider, de dictator, de valse, anti-intellectuele autoriteit - te accepteren.
Mozes en de Schrift zijn - zo moet je concluderen tegenpolen. Mozes was de verlichte geest (het zuivere intellect) die zonder tussenkomst van anderen (de Schrift bestond nog niet) in contact trad met God.
De aan de Schrift gebonden mens zal Mozes nooit na kunnen volgen, omdat hij gedwongen wordt het idool te aanbidden: de God geworden Schrift, die als een wrede anti-intellectuele dictator het vrije denken van de enkeling probeert te vernietigen.
Die dubbelzinnigheid beheerst heel het denken in het Midden-Oosten. Ook het moslimdenken (dat in feite een kopie is van de opvattingen van Maimonides) wordt beheerst door de tegenstelling: 'idolenvernieting' en 'idolenaanbidding'.
De hoofdwet van de religie is de plicht idolen te vernietigen, maar omdat idolenvernietiging kiezen is voor het vrije, wetende individu (liberalisering dus), weigert men de uiterste consequentie uit dat voorschrift te trekken en maakt men de hoofdwet onderschikt aan de verplichting de Schrift als 'het woord van God' te beschouwen, zodat de verlossing van de individuele mens in feite onmogelijk wordt gemaakt en gezien wordt als ketterij, dezelfde ketterij die Jezus van Nazareth aan het kruis deed belanden.
Jezus was in feite Mozes. Jezus was de intellect geworden mysticus die zonder tussenkomst van de Schrift en de schriftgeleerden in contact wilde treden met God. Hij was de eenling die zonder de autoriteit van de aan het collectivisme gebonden priester zijn eigen leven wilde leiden, een individualist tussen collectivisten, een mysticus temidden van religieuze vormaanbidders die het Mozaďsche ideaal - zuiver intellect worden - alleen maar kunnen waarderen wanneer het wordt gedegradeerd tot een ver, onbereikbaar ideaal..: het door de mysticus Mozes afgewezen idool...
Webinfo
Moses ben Maimun (Arabic, Abu Amran Musa), Jewish commentator and philosopher, was born of Spanish Jewish parents at Cordova in 1135.
After sojourning with his parents in Spain, Palestine, and Northern Africa, he settled down at Old Cairo, Egypt, in 1165. There he received the office of court physician, and at the same time, as head of the Jewish communities in Egypt, devoted himself to the exposition of the Talmud. He died at Cairo, 13 December, 1204, and was buried at Tiberias in Palestine.
Maimonides was a Jewish Scholastic. Educated more by reading the works of the Arabian philosophers than by personal contact with Arabian teachers, he acquired through the abundant philosophical literature in the Arabic language an intimate acquaintance with the doctrines of Aristotle, and strove earnestly to reconcile the philosophy of the Stagirite with the teachings of the Bible.
The principle which inspired all his philosophical activity was identical with the fundamental tenet of Scholasticism: there can be no contradiction between the truths which God has revealed and the findings of the human mind in science and philosophy. (Catholic Encyclopedia)