Jan Blokker & de Golem
Wim Duzijn 2003
Wie ergens voor staat ergert zich aan mensen die nergens voor willen staan, vooral wanneer die principeloze weigeraars net doen alsof ze wel ergens voor staan.
Een mens met principes zal elke politieke en religieuze beweging die mensen hun principes af wil nemen bestrijden.
Het kan hem daarbij niet schelen uit welk soort mensen die bewegingen bestaan. Wanneer moslims weigeren universele waarden te verdedigen, dan valt hij de moslims aan, zijn het de homoseksuelen, die alles en iedereen ondergeschikt willen maken aan een keiharde, kille, egoïstische jacht naar lustbevrediging, dan valt hij homoseksuelen aan, en zijn het de joden, die het idool (afgoderij) boven Mozes (gezien als symbool voor de strijd tegen principeloosheid) plaatsen, dan valt hij die joden aan.
Universele waarden mogen nooit ondergeschikt gemaakt worden aan kille, egoïstische groepsverlangens.
Zodra een groep, uit naam van het egoïsme, de kilheid, de liefdeloosheid, het onrecht en de principeloosheid gaat verheerlijken leven we niet meer in een beschaafde wereld, maar treden we het tijdperk van de dierlijke, onbeschaafde, cultuurhatende mens in, die omdat hij dodelijk eenzaam is alles wat waardevol en beschaafd is gaat vernietigen.
We realiseren het ons niet, maar we leven in een tijdperk waarin de eenzaamheid tot God is uitgeroepen. We geven elkaar geen liefde, maar we zijn op zoek naar zondaars (zondebokken). We willen weten hoe slecht een ander is en als we dat weten gaan we op jacht.
Dat is een absurde toestand die alleen bestreden kan worden wanneer we het begrip 'Liefde' serieus gaan nemen.
Dat is een doodnormale zaak, maar als anarchistisch buitenbeentje dat pleit voor tederheid, liefde en romantiek heb ik ontdekt dat de Liefde (die veel meer is dan een erotisch avontuurtje) alleen maar haat, afschuw, weerzin en spotlust oproept in mensen (vooral in diegenen die zichzelf 'intellectueel' noemen).
Dat is een teken aan de wand. Wanneer we de Liefde gaan ervaren als een zaak die alleen maar verdedigd wordt door kneusjes en halvegaren, dan is er iets mis met onze cultuur. Dan wordt onze cultuur bepaald door gemakzuchtige opportunisten die liefde gelijk stellen aan macht en geld.
De liefdeloosheid is sterk, rijk en machtig en is daarom in staat op kunstmatige wijze een 'mooi masker' in het leven te roepen, waarachter de liefdeloosheid verborgen kan worden.
De mens wordt op die manier een robot, een leeg, inhoudsloos monster dat alleen maar opdrachten uitvoert, niet om zichzelf te ontwikkelen, niet omdat hij moet leren een mens te zijn, maar omdat hij gemaakt is om een gehoorzame, mooi ogende pop te zijn.
Binnen het (religeus-mystieke) jodendom wordt een dergelijk robotachtig wezen aangeduid met de naam 'Golem'.
De Golem is een kunstmatig wezen dat via allerlei magische technieken vervaardigd wordt uit een hoopje klei. Hij krijgt zijn instructies en hij voert de gegeven opdrachten gehoorzaam uit.
Geleidelijk aan wordt hij iets intelligenter, vooral wanneer men hem in staat stelt zelfstandig informatie tot zich te nemen.
Alles gaat goed tot hij ontdekt dat zijn leven vlak, saai en leeg is. Hij ziet kinderen spelen, lachen en lief zijn en hij vraagt zich af waarom hij die werkelijkheid nooit heeft gekend.
Hij is een bediende, hij werkt, hij voert opdrachten uit en hij kent de boeken die hij lezen moet, maar hij heeft nooit geleefd zoals de kinderen leven.
Hij kan niet lachen, niet liefhebben en niet spelen, en hij mist het vermogen op een naïeve, onschuldige wijze lief te zijn. Kinderen hebben vriendjes, maar hij heeft niets. Hij is volwassen geboren en hij moet volwassen sterven, en dat is zo'n verschrikkelijke waarheid dat hij er niet mee leven kan. Daarom vlucht hij weg, en gaat hij op zoek naar een andere wereld, waarin hij geen kil gehoorzamende robot hoeft te zijn.
Het joodse verhaal van de Golem is hoogst actueel in een tijd waarin zich intellectueel noemende joden niet meer in staat zijn intelligent te zijn.
Wie bijvoorbeeld op een eerlijke, liefhebbende wijze het gedrag van de zionistische schrijver Leon de Winter bekijkt (een zionist is iemand die Israel - joods nationalisme - belangrijker vindt dan zijn eigen land), die kan alleen maar in janken uitbarsten. Want het is werkelijk diep- en dieptragisch dat een ideologie mensen zo diep kan vernederen dat ze niet meer in staat zijn de leugen van de waarheid te onderscheiden.
De intelligente mens is een aan de ideologie gebonden robotmens geworden, en hij bezit niet meer de moed weg te vluchten uit een liefdeloze, ontkinderlijkte ideologenwereld, waarin hij geen kinderlijk mens mag zijn.
Volkskrantcolumnist Jan Blokker heeft jarenlang geprobeerd literatuur en werkelijkheid van elkaar gescheiden te houden.
Hij splitste de wereld op in twee delen: de echte wereld die je op vrijblijvende wijze een beetje belachelijk maakt en de literaire wereld, waarin je op een vrijblijvende wijze, via bluf en opschepperij de rol van intellectueel kunt spelen.
Het is die schizofrene wereld, die via het verhaal van de Golem in feite wordt aangeklaagd.
De Golem is geen echt mens, maar een kunstmatig mens. Hij doet iets, en zolang hij gedachteloos doet wat hij doet is er niets aan de hand. Maar wanneer hij weg wil stappen uit die kunstmatige wereld en echt wil zijn, zoals de kinderen om hem heen, dan ontdekt hij dat hij in feite helemaal niets is. Hij ontdekt dat hij een gevangene is en daarom loopt hij razend van woede zijn liefdeloze leugenwereld uit.
Weinig mensen beseffen dat de tegenstelling 'echtheid-kunstmatigheid' niet zomaar een raar verzinsel is van een zonderlinge joodse rabbi. Het is een werkelijkheid waar over nagedacht moet worden. Juist om te voorkomen dat principeloze opportunisten een lege, kille, liefdeloze schijncultuur in het leven roepen, waaruit de eerlijke mens die geen oppervlakkig avontuurtje, maar de serieuze liefde zoekt verwijderd wordt.
The Answers of President Sadddam Hussein
to the Questions put to him by Mr. Dan Rather of CBS
Dan Rather: Mr. President, US Vice-President Richard Cheney has stated that when the Us forces enter Iraq, they will be welcomed with greetings and music as an army of liberation. Do you think the American people should believe this sort of thing?
Saddam Hussein: If the Iraqi army, or any other army for that matter, were to cross the Atlantic and occupy America, will the people of America receive this army with music. I don’t think any man in a position of responsibility should say this, because when he does say this sort of thing, it’s as if he is preparing his own people to welcome any occupying force invading their country with music and festivities.
I don’t believe that. In fact I am absolutely certain that not a single Iraqi citizen will welcome any American, if the latter comes as an invader. But all Iraqis will welcome any American citizen who comes as a friend.
So you see yourself that you, who have come from a country threatening to destroy Iraq, have been received with the respect and warmth to which you are entitled from all officials and people who know where you come from. What does this mean? Our citizen knows that you come as a guest and should be able to wonder about in Iraq in freedom. But if you had come as a trooper in an occupying force, you would not have been able to move freely in the country. So, as long as you are here, moving about in freedom, this means that you are here as a guest, and it is the duty of the people of Iraq to host you in welcome as a guest, because they are committed to such a duty. (INA - Baghdad, on 24 Feb. 2003)