Saddam Hoessein, Vrede & het Zachte Ei
Wim Duzijn 2002
Is het zinvol de naam van Saddam Hoessein in verband te brengen met vrede?
Het is een vraag die hier gesteld wordt, omdat het een vraag is die niet gesteld mag worden.
Het feit dat die vraag niet gesteld mag worden bewijst dat er iets mis is met de beeldvorming rondom Irak in het algemeen en met Saddam Hoessein in het bijzonder.
Vrijheid veronderstelt 'vrijheid van meningsuiting', en vrijheid van meningsuiting kan alleen daar bestaan waar iedereen aan het woord gelaten wordt: zowel voorstanders als tegenstanders. ('hoor en wederhoor, wordt een dergelijke houding ook wel eens genoemd en sommige idealistische mensen spreken zelfs over een grondhouding die vereist is in een wereld waarin de vrije pers de macht controleert..")
De informatie die in Westerse media wordt gegeven is gekleurde informatie.
Voortdurend wordt gewezen op het als 'ziekelijk' beschouwde verlangen naar militaire macht van Saddam Hoessein, terwijl er geen aandacht wordt besteed aan de positieve doelstellingen van het Irakese bewind en de negatieve tegenkrachten die worden gesteund door uitgesproken rechtse Westerse en Israëlische kapitaalbezitters - mensen die vastgebakken zitten aan 'de wereld van de macht'.
Het is een onbegrijpelijke zaak dat in Westerse media de macht van het grootkapitaal niet meer besproken wordt.
In de jaren zestig en zeventig, toen er gevochten moest worden voor de overwinning van het communisme (de dictatuur van de machtige linkse partijbonzen) was je een fascist wanneer je een tegenstander was van linkse dictatuur, maar nu het communisme geen reëel alternatief meer is, nu blijft alleen de dictatuur van het grootkapitaal over en nu ben je opnieuw een fascist wanneer je tegen rechtse dictatuur bent.
Intellectuelen in het westen zien niet in dat een wereld waarin de mens maar twee keuzemogelijkheden gegeven worden: ofwel de dictatuur van rijke en machtige communisten, of wel de dictatuur van rijke en machtige kapitalisten, geen vrije wereld is.
Het gaat er niet om de vrijheid in handen te leggen van een groep linkse of rechtse machthebbers.
Daarom mag het opmerkelijk genoemd worden dat in het Midden-Oosten mensen als Gamal Abdel Nasser, Michel Aflaq en Muammar Khadafi het principe van de 'derde weg' ontwikkelden - een middenweg, die een ontkenning moest zijn van het duistere, tegen de belangen van het volk gerichte woord 'dictatuur'.
Dat het hun niet gelukt is dat principe concrete inhoud te geven, omdat ze het principe van de derde weg ondergeschikt maakten aan het principe van het autoritaire leiderschap, doet niets af aan de positieve doelstelling van de beweging die zij steunden.
Waar het om gaat is dat zij zich distantieerden van bewegingen, die een zichzelf verrijkende groep partijbonzen aan de top willen plaatsen, mensen die een imaginaire, elitaire wereld opbouwen, die weinig heeft te maken met de concrete werkelijkheid van mensen die moeten vechten voor een simpel bestaan.
Het Derde Weg denken is denken in dienst van het volk en daarom kan het sociaal genoemd worden.
Communisme en kapitalisme daarentegen zijn dictatoriale systemen waarin het begrip 'dienen' een merkwaardige vorm heeft aangenomen. Waar het (primitieve, anti-intellectuele) kapitalisme de vrije markt als beginsel hanteert, een kleine groep rijke, autoritaire mensen die via zelfverrijking het gewone, bezitsloze volk 'helpt', daar stelt het (primitieve, anti-intellectuele) communisme de vrije partij centraal, een kleine groep rijke mensen die ook via zelfverrijking en kastevorming het gewone volk 'helpt'.
De Joegoslavische schrijver Milovan Djilas heeft dat principe beschreven in een reeks boeken waarin het utopische, tegen de realiteit en de waarheid gerichte, karakter van het communisme wordt blootgelegd.
:"The fundamental fact of communist rule is that totalitarian authority and monopolistic privileges of ownership rest in the governing bureaucracy.
The ruling stratum who have access to the power of administration constitute a distinct social class and enjoy exclusive advantages and material rewards.
They utilize their power to protect their own interests and aspirations.
This phenomenon is not just a transitory stage of bureaucratic authority but is the actual formation of a new class of exploiters with their own distinct psychology, way of life, special relations to other classes, and material position.
The concept of collective ownership, legally defining all property as social and national property, is a disguise for the real exercise of ownership privileges, use, enjoyment, and distribution by this political oligarchy. (Bron: Cooper Union - Totalitarianism & Violence)
Wie de beschouwingen van Djilas leest zal - wanneer hij eerlijk is - inzien dat er geen wezenlijk verschil bestaat tussen primitieve vormen van kapitalisme en primitieve vormen van communisme.
In beide ideologieën wordt het volk alleen maar geholpen om te voorkomen dat het in opstand komt.
De macht van de bezittende klasse mag niet worden aangetast. Elk individu dat meningen ventileert dat het beeld van 'de goede elite' aan kan tasten wordt uitgeschakeld: radicaal.
Dat is de reden waarom eerlijke mensen die verandering nastreven alles op alles moeten zetten om een vrije pers in het leven te roepen, een pers die niet het bezit is van rijke linkse of rechtse dictators.
Een dictator streeft nooit naar vrije meningsvorming, nee, hij streeft naar manipulatie van meningen. Hij wil dat mensen denken zoals hij denkt dat de wereld er uit moet zien.
Een dictator, met andere woorden, laat alleen die meningen toe, die zijn machtspositie niet bedreigen.
Zodra zijn medewerkers zich onafhankelijk gaan opstellen is hij geen dictator, maar een gewone, simpele democratische zakenman, en dat is nu precies wat het derde weg denken wil: dat zakenmensen gewone democratische mensen zijn, die het niet als hun taak zien meningen en opvattingen (ideologie) te koppelen aan hun bezit.
Het is absurd dat rijke mensen een ideologie kiezen waarin 'zelfverrijking' normaal wordt genoemd. Daarmee geven ze aan dat geld belangrijker is dan alle geestelijke en culturele waarden waar ontwikkelde mensen in het verleden voor gevochten hebben.
Hetzelfde geld voor linkse rijken. Zij verheerlijken 'de partij' niet omdat zij mensen willen helpen, maar omdat zij rijke partijbonzen willen zijn.
In de Volkskrant doet Marcel van Dam een oproep om 'de partij van de arbeid' te redden, een volstrekt onzinnig streven, omdat iedereen weet dat het succes van 'de partij van de arbeid' van de afgelopen jaren gekoppeld was aan de persoon Wim Kok.
Je moet daarom niet stellen dat de 'partij van de arbeid' gered moet worden, nee, je moet zeggen dat 'Wim Kok' (niet de persoon Kok maar de idee Kok) gered moet worden. En wanneer je dat hebt gezegd ga je jezelf afvragen wie Wim Kok is (of was), hoe zijn karakter in elkaar zit, wat hem onderscheidt van andere mensen, en hoe we kunnen voorkomen dat de positieve eigenschappen die Wim Kok bezat verloren gaan voor de mensheid.
Wim Kok was tot op bepaalde hoogte een derde-weg-denker. Hij kon weliswaar niet de moed opbrengen het keiharde (Ayn Rand) kapitalisme van Amerika en Israël keihard te veroordelen - hetgeen absoluut noodzakelijk is wanneer je zoiets als een 'linkse beweging' in het leven wilt roepen - maar hij wist geen harde mensen achter zijn zachte persoonlijkheid te plaatsen.
Hardheid moet de zachtheid dienen, dat is de derde weg filosofie van Wim Kok, en het is die filosofie die verdedigd moet worden, en niet zoiets onzinnigs als 'de partij van de arbeid'.
Partijdenken leidt altijd tot kliekjesvorming. Pim Fortuyn zag dat heel goed in. Daarom verafschuwde hij het begrip 'partij' en koos hij voor de politieke beweging, een sympathieke opstelling, die tegelijkertijd weer zinloos werd gemaakt door zijn kritiekloze bewondering van de kapitalistische rijke elite - de 'captains of industry' - die de leidende kaste binnen die politieke beweging moesten gaan vormen.
Pim Fortuyn en Marcel van Dam verketterden elkaar, maar in feite waren en zijn zij geestelijke tweelingbroers. Zij willen allebei als kapitalistische machthebber de Nieuwe Messias zijn. Daarom aanbidt de een de 'captains of industry' en daarom aanbidt de ander 'de partijbons'.
De onwil jezelf uit te leveren aan primitief machtsverlangen en het gebrek aan ijdelheid maakten van Wim Kok een derde-weg-figuur.
Wat dat betreft is hij natuurlijk de uitgesproken tegenpool van Saddam Hoessein. Saddam Hoessein wil een derde weg ontwikkelen, maar tegelijkertijd leeft hij nog in de tijd van de oude Mesopotamische en Babylonische koninkrijken, waarin verlichte koningen er naar streefden grote volkshelden te worden.
Wim Kok is nooit een grote volksheld geweest. Hij bracht het volk voorspoed, maar de kiezers lieten hem als een baksteen vallen toen een charmante bedrieger hen een bordje met inhoudsloze luchtbellen aanbood.
Derde Weg denken is simpel en eenvoudig, ziet er vaak een beetje onooglijk uit. Kapitalisme daarentegen is zinloze glitter, kan je verblinden met rijkdom en macht.
Altijd worden mensen geconfronteerd met die twee tegenstellingen en altijd is het hun opgave een middenweg te vinden - een derde weg, waarin de ernst van het bestaan niet wordt ingeruild voor de modieuze luchtbellen van mensen die in hun leven weinig meer hebben gepresteerd dan het bij elkaar harken van een grote berg geld.
Saddam Hoessein wordt gehaat omdat hij zich gedraagt als een dictator. Maar we vergeten wat er zou gebeuren wanneer Wim Kok aan het hoofd van de staat Irak zou worden geplaatst. Keiharde ideologen en kapitalisten zouden schaterend van het lachen met hun tanks, hun tassen met goud en hun onzinnige partij-ideologen het land binnentrekken, roepend en schreeuwend: "Wij hebben schijt aan dit zachte ei!"
Want wie eerlijk is zal toegeven dat Wim Kok in dit land volstrekt roemloos aan zijn einde gekomen is.
We wilden een 'harde aanpak' en daarom hebben we hem als een zacht ei de vuilnisbak van onze vaderlandse geschiedenis ingeduwd.
Moraal van dat alles:
Een 'zacht ei' moet ofwel het kapitaal, ofwel de partij dienen. Een andere taak heeft hij in onze wereld niet.